Hernieuwbare energie blijft topprioriteit
Europees project LECSEA afgerond
Het Europese Interreg 2 Zeeënproject LECSEA zette in op ‘Local Energy Communities’ (LEC’s). Tien internationale partners onderzochten of en hoe lokale energiegemeenschappen konden worden gerealiseerd, ondersteund en gestimuleerd. Het project liep van 2020 tot 2023.
PROEFPROJECT
Lokale energiegemeenschappen zijn entiteiten waarin de partners – bedrijven, overheden, burgers – zich verenigen om hernieuwbare energie lokaal te produceren en ook maximaal lokaal te delen en te verbruiken. WVI zag wel opportuniteiten om zulke energiegemeenschappen uit te rollen op onze bedrijventerreinen: zoveel mogelijk hernieuwbare energie opwekken, vraag en aanbod op het terrein zelf optimaal afstemmen en overschotten delen met de omgeving.
In LECSEA hebben we daarom proefprojecten opgezet om mogelijke synergieën te verkennen. Op bedrijventerreinen in Veurne, Tielt, Roeselare, Ichtegem en Beernem hebben we het potentieel voor zonne-energie gescreend en bedrijven gemotiveerd om zonnepanelen te leggen. In Tielt en Veurne hebben we een energiedataplatform opgezet om bij bedrijven op het terrein productie, verbruik, overschotten en tekorten te monitoren. Door vraag en aanbod zo efficiënt mogelijk te matchen, kunnen we de afname van lokaal geproduceerde zonne-energie maximaliseren.
WARMTENET VEURNE
Een ander proefproject was het warmtenet in Veurne.
Met Europese steun in het LECSEA-project kon WVI 750.000 euro investeren in de ‘missing link’ tussen het warmtenet in het nieuwe stadsdeel Suikerpark en het bedrijf PepsiCo, dat de groene energie voor dat warmtenet kan leveren, in de vorm van industriële restwarmte. Ook werden scenario’s bestudeerd om het warmtenet uit te breiden naar het bedrijventerrein en het ziekenhuis.
VOORTREKKERSROL BLIJFT
In LECSEA wilden de partners vooral de haalbaarheid van lokale energiegemeenschappen onderzoeken. In principe zijn energiegemeenschappen zeer beloftevol: ze kunnen helpen om van lokale besturen, burgers en bedrijven actieve actoren op de energiemarkt te maken en ze op die manier nauwer bij de energietransitie te betrekken. De Europese Unie steunt die evolutie volop en heeft richtlijnen voor energiegemeenschappen goedgekeurd. De Vlaamse overheid heeft die in eigen regelgeving omgezet.
WVI heeft in het project LECSEA die regelgeving en de bredere Vlaamse context bestudeerd, met o.a. de netbeheersstructuren en -tarieven. We moesten vaststellen dat lokale energiegemeenschappen bij onveranderd beleid niet haalbaar en niet levensvatbaar zijn. Een struikelblok is bijvoorbeeld de eis dat energiedelen kosteloos moet gebeuren en zelfs niet kostendekkend mag zijn. Ook de overheadkosten om een voor een energiegemeenschap een aparte juridische structuur op te richten en te beheren steken momenteel stokken in de wielen. In de huidige context staan tegenover de extra kosten die energiegemeenschappen met zich meebrengen nauwelijks voordelen.
WVI wil niettemin zijn voortrekkersrol in de energietransitie onverminderd blijven spelen. We hebben daarvoor een multidisciplinair team hernieuwbare energie samengesteld. Dat team werkt geïntegreerd en spoort opportuniteiten op, zowel in onze eigen projecten als in onze dienstverlening aan de gemeenten – bijvoorbeeld om hen te helpen de doelen te realiseren die ze in hun klimaatactieplannen hebben vooropgesteld.
POTENTIEEL AANBOREN
Specifiek voor onze bedrijventerreinen zetten we met het ‘City of Things’-project REVOLT in op een realtime-energiedataplatform, dat het energieverbruik van bedrijven monitort en slim aanstuurt en met simulaties toont welke voordelen investeringen in hernieuwbare energie opleveren.
Daarnaast blijven we het potentieel voor zonne-energie verder aanboren, door bedrijfsdaken met luchtfotografie te screenen en bedrijven te stimuleren om zonnepanelen te installeren. Een nieuwe clausule in onze verkoopvoorwaarden verleent WVI het recht van opstal om op bedrijfsdaken desnoods zelf zonnepanelen te leggen en te exploiteren. Momenteel onderzoeken we daarvoor bedrijfsmodellen. En omdat bedrijventerreinen ook aantrekkelijke locaties voor windturbines zijn, verkennen we ook de haalbaarheid van die hernieuwbare energie.
